Vorig seizoen was Thialf nog gastheer voor het EK Afstanden, dit jaar werd in het Nederlandse Heerenveen de Europese Kampioenschappen Sprint en Allround georganiseerd van 10 tot 12 januari. Namens België stonden er zeven schaatsers op de startlijst: Isabelle Van Elst, Fran Vanhoutte, Robbe Beelen en Mathias Vosté verdedigden de Belgische driekleur op het sprintgedeelte, terwijl Sandrine Tas, Indra Médard en Bart Swings alles van zichzelf gaven op het EK Allround.

Op vrijdag en zaterdag werd het Europees Kampioenschap Sprint afgewerkt. Isabelle zette er de beste resultaten neer door binnen de top acht te blijven in het eindklassement. Ze startte het toernooi sterk met een top-tien plaats op de eerste 500m, deze trend zette ze mooi door op de eerste 1000m. Daar bleef ze lang in de buurt van een nieuw nationaal record, maar een moeilijke wissel met de Poolse Kaja Ziomek-Nogal maakte daar helaas een eind aan. Desalniettemin behaalde Van Elst nog een knappe zesde plaats op de kilometer. Op de tweede dag ging het haar iets moeilijker af met een twaalfde plaats op de 500m en - alweer - een lastige wissel op de kilometer met dezelfde Poolse, waardoor ze zich tevreden moest stellen met een zevende plaats. Voor Fran was het haar allereerste kampioenschap op schaatsen. Ze debuteerde knap met een achtste plaats op de tweede 500m en zette op de tweede 1000m ook haar eigen besttijd scherper. In het eindklassement viel ze net buiten de top tien met een twaalfde plaats op zestien deelneemsters. De Europese dames waren niet opgewassen tegen het oranje blok van Jutta Leerdam, Femke Kok en shorttrackster Suzanne Schulting, die op alle afstanden het eremetaal onderling verdeelden.

Ook bij de mannen was er weinig variatie te zien in het eindklassement, al werd tussendoor het podium niet elke keer volledig oranje gekleurd. Ex-shorttracker Jenning De Boo spande er de kroon, gevolgd door Merijn Scheperkamp en Tim Prins. Het beste Belgische resultaat kwam van Mathias. Hij viel net buiten de top tien met een elfde plaats in het eindklassement, vooral dankzij zijn sterke noteringen op de kilometer, waarbij hij respectievelijk de achtste en zesde tijd klokte. Debutant Robbe startte zijn toernooi sterk met een mooie nieuwe besttijd op de 500m en dook zo voor het eerst onder de limiet van 36 seconden. Met twee achttiende plaatsen op vrijdag en twee zeventiende plaatsen op zaterdag toonde hij standvastigheid en bleef hij die algemene zeventiende plaats op twintig deelnemers vasthouden op zijn eerste EK. 

Op zaterdag en zondag werd vervolgens het EK Allround afgewerkt. Sandrine kwam als eerste in actie op de 500m, waarop ze haar eerste top acht-notering binnenhaalde. Een trend die ze zou voortzetten doorheen het hele toernooi en waarmee ze bewijst dichter bij de absolute top te komen. Zo legt ze beslag op de zesde plaats in het eindklassement, mede dankzij haar deelname aan de laatste en langste afstand, die enkel voor de beste acht is weggelegd. Dit was voor haar de eerste keer dat ze op deze afstand mocht starten, dus automatisch zette ze hier ook een nieuwe besttijd neer. De winst was voor de Nederlandse Antoinette Rijpma-De Jong, gevolgd door Joy Beune en de Noorse Ragne Wiklund. Bij de mannen verbaasde Indra, die op het laatste moment Jason Suttels verving, iedereen - onder wie zichzelf - met een fantastische vierde plaats op de sprintafstand, en dat op zijn eerste EK. Hij moest enkel de Koreaanse Hongaar Min-Seok Kim, de Noor Peder Kongshaug en de Italiaan Daniele Di Stefano voor zich dulden. Op de overige afstanden moest Médard zijn meerdere erkennen in de meer ervaren deelnemers en eindigde op plek twaalf, maar wel met een nieuwe persoonlijke besttijd op elke afstand die hij schaatste. Tot slot kende Bart een minder toernooi door privéproblemen en een knieblessure, wat hij aan de pers al had aangegeven. Hij kwam het dichtst bij eremetaal op de afsluitende tien kilometer met een vierde plaats, wat ervoor zorgde dat hij in het eindklassement nog de zesde plaats kon bezetten. De overwinning was voor de Noor Sander Eitrem, gevolgd door landgenoot Peder Kongshaug en de Nederlander Beau Snellink.

Foto: Persburo Martin De Jong

AD